“Weerbaarheid is een hippe kreet”
- 28 augustus 2020
Als Partner in Beeld deze keer een primaire producent in de spotlights namens het Platform Uientelers. Zijn naam: Walter Kempenaar, akkerbouwer in Zeewolde. Walter is 49 jaar oud en heeft samen met zijn broer een akkerbouwbedrijf van ruim 100 ha. Uien maken een belangrijk onderdeel uit van hun bouwplan. Sinds het voorjaar van 2020 is Walter lid van de Uireka-werkgroep ‘Weerbaarheid van het uiengewas’. Wat is de motivatie voor zijn betrokkenheid?
Afgelopen winter werd er tijdens de uiendag in de Meerpaal te Dronten een oproep aan telers gedaan om deel te nemen aan een van de Uireka onderzoekswerkgroepen. Een daarvan was de werkgroep “weerbaar uiengewas”. Kempenaar: “Ik werd hierdoor getriggerd omdat in het voorjaar van 2019 minister Schouten een bezoek bracht aan ons bedrijf. Dit was in verband met het verbod op het gebruik van neonicotinoïden. Een van de vragen die de minister mij stelde en mij is bijgebleven was ‘meneer Kempenaar, hoe kunt u uw gewassen weerbaar maken tegen ziekten en plagen?’ Ik moet eerlijk bekennen dat ik daar een goed antwoord op schuldig moest blijven, maar mijn inschatting was ook dat de minister niet wist wat ze vroeg.” De inschatting van Kempenaar was niet omdat hij hun kennis in twijfel trok, maar was meer ingegeven vanuit het feit dat weerbaarheid een heel breed en lastig te omschrijven begrip is. Kempenaar beleeft ‘weerbaarheid’ dan ook als een hippe kreet die het in deze roerige tijden goed doet. “Een weerbaar (uien)gewas willen we namelijk allemaal en altijd al, maar om concreet te duiden wat we precies bedoelen is heel lastig, laat staan wat er aan te doen of te beïnvloeden is. Het begint al met het feit dat weerbaarheid tegen ziekten (schimmels en bacteriën) heel anders is dan weerbaarheid tegen boven- en ondergrondse plagen (insecten). Sterker nog, het kan zelfs tegenstrijdig zijn”, aldus Kempenaar.
Toch vindt Kempenaar het zeker de moeite waard om de zoektocht te starten om er achter te komen wat werkt en wat niet werkt. Naar zijn idee zal het onderzoek langjarig moeten en waarbij vooral niet vooraf of te snel conclusies worden getrokken. Kempenaar: “Wat in het ene jaar goed werkt, is in het andere jaar niets van te merken. Grijpt de ene plaag in een bepaald seizoen ongenadig om zich heen, dan kan het goed zijn dat je er vervolgens twee seizoenen weer niets van merkt.” Volgens Kempenaar geeft dit de weerbarstigheid van de (uien)sector aan en juist dat is moeilijk over te brengen aan politici en bestuurders. “Misschien dat het weerbaarheidsonderzoek ook de weerbarstigheid van onze mooie sector tot uiting laat komen en we daarmee politici en bestuurders kunnen overtuigen dat onze sector zich niet laat vangen in stringente en op emotie gebaseerde regelgeving!”, zo besluit Kempenaar.