Gewasweerbaarheid van uien kan bekeken worden vanuit het gewas en vanuit het teeltsysteem waar het gewas onderdeel van uitmaakt. Wat betreft het eerste, gaat veel belangstelling gaat uit naar het effect van biostimulatoren (o.a. humuszuren, bacteriën en zeewierextracten). Deze producten worden in de praktijk ook aangeboden, maar het ontbreekt aan onafhankelijke gegevens waar de hele sector achter kan staan.
Op de tweede plaats wordt gekeken naar de invloed van het teeltsysteem. De hypothese voor dit onderzoek is dat een verhoogde gewasdiversiteit in combinatie met verbeterd bodembeheer en een infrastructuur van kruidenrijke stroken, gaat leiden tot een grotere gewasweerbaarheid; een gewas dus waarin minder makkelijk een epidemie kan ontstaan. Hierbij worden agroecologische principes leidend gemaakt in het ontwerp. Ook wordt er voor gezorgd dat boven- en ondergrondse biodiversiteit gestimuleerd wordt met als oogpunt het in toom houden van ziekten en plagen.
Detailwaarnemingen in uien kunnen de inzichten in de werking van deze systemen en in de resultaten voor uien verbeteren.
Naam |
Organisatie |
Karin Oonk (voorzitter werkgroep) Tom Langenberg Karst Brolsma Dirk Jansen Koos Arens Frans Woets Arjan Bos Cor van Oers Walter Kempenaar Bert Evenhuis (projectleider) |
Agrifirm De Groot en Slot Eurofins Agro CAV Agrotheek Van Iperen Van Iperen Hazera UIKC Akkerbouwer WUR Open Teelten |