De Nederlandse uienteelt en -keten is in belangrijke mate afhankelijk van de bewaring van uien in hetzij luchtgekoelde of mechanisch gekoelde bewaarplaatsen in combinatie met de toepassing van de kiemremmer maleïne-hydrazide (MH-30) die tijdens de veldperiode wordt toegepast bij het eerste tekenen van het strijken van het loof.
De toepassing met MH is effectief en stelt de Nederlandse uienexporteurs in staat om het product naar verre bestemmingen over de hele wereld af te zetten op moment dat aldaar onvoldoende uien meer beschikbaar zijn. De toepassing van MH is weliswaar verlengd tot oktober 2032, maar de sector wil toch graag weten welke alternatieven ontwikkelbaar zijn omdat de afhankelijkheid van de sector van één middel toch riskant is.
Op basis van een desktopstudie lijkt de keuze voor bepaalde rassen in combinatie met behandelingen en specifieke bewaar- en mogelijk teeltcondities het meest kansrijk. Het plan voor 2020 is voor een aantal rassen met uiteenlopende eigenschappen wat betreft duur van de spruitrust, kleinschalige bewaarexperimenten uit te voeren waarbij gevarieerd wordt in condities en behandelingen. Te denken valt aan ULO (Ultra Low Oxygen) bewaring, zoals vaak toegepast bij opslag van fruit. Hierbij wordt de zuurstofconcentratie zodanig verlaagd dat de metabole activiteit (stofwisseling; biochemische processen door enzymen in plantencellen) van het product zo laag mogelijk is. Ook zal er gespeeld worden met de temperatuur en met de toepassing van ethyleen. Ethyleen kan een remmend effect hebben op spruitvorming.
Naast de bewaarsimulatie wordt ook een transportsimulatie gerealiseerd.
Naam |
Organisatie |
Jeroen Nijenhuis (voorzitter werkgroep) Frans Nevels Richard van der Steege Albert Hogenhout Bas Bouhuijzen Lynette Verweel Johan van Dalen Jaap de Zeeuw Harrie Versluis Peter Balk (projectleider) |
Agrifirm Scholtens Zathe PPA Group Agro Servo Bayer Crop Science De Groot en Slot Hazera Platform Uientelers DLV Advies WUR Open Teelten |