UIreka 3.0 staat in de steigers
- 31 januari 2023
Het huidige UIreka-programma liep officieel eind 2022 af. Met alle positieve signalen vanuit de sector is vanaf voorjaar 2022 hard gewerkt aan een vervolg van het ketenbrede onderzoeksprogramma (UIreka 3.0).
“Het enthousiasme, de onderzoeksresultaten en vragen die nog open liggen, maar zeker ook het feit dat inmiddels zo’n 100 partners uit de hele keten meedoen, maakt dat we graag weer verder willen voor een volgende periode van drie jaar”, zegt voorzitter Gijsbrecht Gunter die vanaf het eerste uur betrokken was bij de opzet van het onderzoek. Het was dan ook een forse tegenvaller dat het ingediende Publiek-Private-Samenwerking project (PPS) afgelopen najaar door de TKI Agrifood werd afgewezen. Er zou te weinig focus zijn op nieuw onderzoek en te veel op kennisdisseminatie. Hoewel we het daar als Stuurgroep Uireka niet mee eens zijn hebben we het hoofd niet laten hangen en zijn we op zoek gegaan naar alternatieve cofinanciering. Vanuit de private sector was inmiddels al negen ton cash toegezegd en dat is een fors bedrag voor ketenbreed onderzoek in het algemeen belang van de sector. Het commitment vanuit het bedrijfsleven is er dus zeker en dat is cruciaal.
Gelukkig adviseerde de TKI Agrifood ons op een positieve manier om het onderdeel kennisdeling in te dienen voor het subsidieprogramma Kennis op Maat (KOM). “Dat gaan we dan ook zeker doen en we hopen natuurlijk dat we dan wel groen licht krijgen van de rijksoverheid”, zegt Gijsbrecht. Echter, punt is dat de call voor dit programma pas in juni wordt opengesteld en we willen natuurlijk geen teeltseizoen verliezen. Gelukkig loopt het onderdeel communicatie vanuit Uireka 2.0 nog door tot de zomer en staan de provincies Zeeland en Flevoland positief tegenover een significante bijdrage. “Dat is natuurlijk erg mooi en waarderen we zeer.”
Gunter is ook trots op het feit dat er waarschijnlijk opnieuw een ketenbreed meerjarig onderzoekprogramma kan worden uitgevoerd voor de periode 2023, 2024 en 2025. De focus in dit programma zal liggen op een volhoudbare uienteelt, waarin irrigatie/fertigatie, robuuste en weerbare uienrassen, een praktische biotoets voor Fusarium, een alternatieve aanpak van insectenplagen en bedreigende bladschimmels zoals valse meeldauw belangrijke thema’s zullen zijn. “De Hollandse ui, die een belangrijke pijler is onder het bouwplan van de Nederlandse akkerbouwer en al jarenlang de onbetwiste nummer 1 exportheld op de wereldmarkt, is het meer dan waard!”, zo besluit Gunter.