Brede verkenning mogelijkheden laag-risico middelen tegen trips en uienvlieg
- 26 juni 2020
De huidige actualiteit toont het volop aan; de uienvlieg, bonenvlieg en tabakstrips zijn sleutelplagen in de uienteelt. Telers hebben in de afgelopen jaren met wisselend succes veel energie gestoken in de tripsbeheersing. Bij uienvlieg speelt momenteel het wegvallen van de zaadcoating met Mundial een negatieve hoofdrol met de nodige problemen tot gevolg. De beheersing van al deze plagen is opgepakt door de werkgroep Integrale insectenbeheersing. Als onderdeel van de aanpak voert Proeftuin Zwaagdijk in 2020 een zestal proeven uit, drie gericht op beheersing van trips en drie gericht op beheersing van de uienvlieg. Aanvullend zijn er als Uireka 2.0 onder de partners recent ook aantal vragen uitgezet die een nog beter beeld moeten geven van de schade door insecten, de mogelijke oorzaken hiervan en eventuele oplossingsrichtingen.
Bij de beheersing van tripsschade is de afgelopen jaren de ervaring opgedaan dat teelttechniek in belangrijke mate kan bijdragen aan het verminderen van de druk, maar dat voldoende middelen in de toolbox eveneens het verschil kan maken. Die middelen hebben dan bij voorkeur een gunstig profiel, richting milieu en sparen van natuurlijke bestrijders. In drie proeven, in Wieringerwerf, Tollebeek, Colijnsplaat, worden 16 objecten vergeleken.
2020 cruciaal voor beheersing uienvlieg
Wat betreft beheersing van de uienvlieg (en bonenvlieg) is 2020 een cruciaal seizoen. Momenteel wordt er uit verschillende delen van het land grote wegval door uienvlieg gerapporteerd (tot 20% wegval in zaaiuien en een nog grotere wegval in fijne uien (eerstejaars plantui, zilverui). Daarbij komt de zorg voor de situatie in 2021 als er een (verdere) populatie-opbouw plaatsvindt. Er is nu een grote behoefte aan alternatieve middelen voor de weggevallen zaadcoating. In drie proeven, in Wieringerwerf, Rutten, Colijnsplaat, worden 14 objecten vergeleken. Ook voor deze proeven geldt als randvoorwaarde dat de alternatieve middelen bij voorkeur een gunstig milieuprofiel moeten hebben, zodat ze ook voor de langere toekomst soelaas bieden.
Het huidige onderzoek wordt verder wel pragmatisch ingestoken. Voor alle proeven geldt dat de keuze voor de behandelingen een afweging is van de verwachten effectiviteit in combinatie met de kansen op (vlotte) toelating.