Nieuws

De eerste stappen op weg naar weerbaarder uien

  • 25 november 2020
  • Nieuws

De term ‘weerbaarheid’ wordt tegenwoordig te pas en te onpas gebruikt. Wat wordt er echter mee bedoeld? Het Ministerie van LNV omschrijft het begrip voor de uienteelt als ‘weerbare planten in een weerbaar teeltsysteem; duurzaam telen met een verminderde afhankelijkheid van chemische gewasbescherming’. Voor de uienteler de uitdaging om dat daadwerkelijk te doen, voor Uireka de uitdaging hem daarbij te ondersteunen met het aanreiken van praktische handvatten. Met welke handvatten is Uireka afgelopen teeltseizoen bezig geweest?

Werkgroep onderscheidt verschillende vormen van weerbaarheid

Om de kans op succesvolle resultaten te vergroten onderscheidt de Uireka onderzoekswerkgroep ‘Weerbaarheid’ binnen haar onderzoek verschillende vormen van weerbaarheid:

  • Fysische weerbaarheid: bijvoorbeeld door verdikking celwanden of de waslaag.
  • Ruimtelijke weerbaarheid: bijvoorbeeld door telen in smalle (3m) stroken in combinatie met één of meer andere gewassen in plaats van telen op één groot aaneengesloten blok.
  • Temporele weerbaarheid: door verandering in zaai- en oogst tijdstip of aanpassing van bouwplan.
  • Geïnduceerde weerbaarheid: door het opwekken van een afweerreactie als gevolg van een bespuiting met een elicitor (weerstand bevorderend middel); op dit moment zijn hiervoor nog geen toelatingen in uien.
  • Microbiële weerbaarheid: bijvoorbeeld door stimulatie van op het blad of in de bodem aanwezige microflora.
  • Genetische weerbaarheid: zoals resistentie tegen valse meeldauw in ui.

De onderzoeksfocus in 2020 lag op ruimtelijke, geïnduceerde, temporele en fysische weerbaarheid in relatie tot bladvlekkenziektes.

Doorkijkje eerste resultaten ‘ruimtelijke weerbaarheid’

Op twee onderzoekspercelen van WUR Open Teelten in Lelystad en op een praktijkperceel elders in Flevoland is in bestaande proeven en teelten gekeken naar de ontwikkeling van bladvlekken in een strokenteelt en in een teelt op een groot aaneengesloten blok. Vooraf moet worden aangetekend dat 2020 niet bepaald een jaar voor ziekteontwikkeling was, wel speelde trips op. Wat opviel was dat bij zowel de strokenteelt op het praktijkperceel als de strokenteelt bij WUR waarbij de uien werden geflankeerd door verschillende gewassen, de bladvlekken zich trager ontwikkelden dan in het grote aaneengesloten blok. Note: zowel het aaneengesloten praktijkblok als het WUR-blok lagen in de luwte van een bomensingel.
Op het andere WUR onderzoeksperceel was er meer aantasting in de uien geteeld in stroken dan in het aaneengesloten blok.

Strokenteelt uien met aan weerszijden hetzelfde gewas (foto: Corina Topper)

In de strokenteelten met verschillende gewassen naast de uien leek de bladvlekkenontwikkeling vooral gestimuleerd te worden als er twee hoge gewassen naast de uien stonden. Een hoog gewas aan de ene kant en een laag gewas aan de andere kant gaf minder ziekteontwikkeling. Verder bleek op plaatsen waar onkruid stond of had gestaan, de mate van aantasting gemiddeld hoger dan in de onkruidvrije stukken. Dit suggereert een relatie met bladnatperioden. Meer details hierover in een volgende nieuwsbrief.

Tags