UIreka gaat na zes jaar de volgende onderzoeksfase in
- 29 maart 2023
Na zes succesvolle jaren ketenbreed onderzoek heeft de stuurgroep van UIreka groen licht gegeven aan de werkgroepen om het onderzoek voort te zetten. Chris de Visser van WageningenUR is opnieuw projectleider. Hij heeft decennialang ervaring in uienonderzoek en ruime expertise met meerjarige ketenbrede onderzoeksprogramma’s. De stuurgroep is verheugd dat UIreka de komende jaren kan doorgaan. Er lopen nog twee subsidieaanvragen bij de provincies Zeeland en Flevoland, maar de werkgroepen zijn inmiddels aan de slag gegaan om de onderzoeksvragen om te zetten in laboratoriumexperimenten, kas- en veldproeven op verschillende locaties.
“We willen geen seizoen verloren laten gaan”, zegt voorzitter Gijsbrecht Gunter. Wanneer de regio’s een positief besluit nemen kan voortvarend aan de slag worden gegaan om de volgende drie jaar het ketenbrede onderzoek te continueren. De private partners hebben hun toezeggingen voor de komende drie jaar afgelopen jaar al gedaan, maar omdat een subsidieaanvraag bij de TKI Agrifood eerder werd afgewezen moest er gezocht worden naar een alternatieve cofinanciering. Naast een bijdrage van de twee belangrijke uienprovincies qua teelt en verwerking hoopt UIreka op een bijdrage uit het programma Kennis op Maat (KOM).
Het onderzoek, waarbij inmiddels zo’n honderd bedrijven uit de hele keten actief meedoen, focust op een volhoudbare uienteelt. De uienteelt is een belangrijke pijler onder de landbouw en hoog salderend gewas in de teeltrotatie van menig akkerbouwer. Omdat wereldwijd slechts acht procent van de uienproductie beschikbaar is voor export, is de Hollandse export ui onmisbaar. Dit seizoen werd het belang van de Hollandse ui nog eens onderstreept, vanwege misoogsten in Europa en ook elders op de wereld. De meeste uienrassen op de wereld zijn zogenaamde ‘kortedag uien’ die slechts enkele weken houdbaar zijn. 92 procent van de wereldwijde productie wordt local-for-local afgezet. De komende decennia is de verwachting dat de importbehoefte wereldwijd verder toeneemt tot meer dan 150 miljoen ton in 2050, tegenover 106 miljoen ton vandaag de dag. Enerzijds vanwege de rap toenemende bevolkingsgroei in landen die een hoge uienconsumptie kennen, maar ook omdat steeds vaker misoogsten voorkomen als gevolg van klimaatverandering, het beperkte landbouwareaal, inzet op minder input van grondstoffen en middelen en de beperkte beschikbaarheid van zoet water. De ui staat als een van de meest gegeten groenten, wereldwijd op het menu en is in sommige continenten de belangrijkste voedselbron van vezels, vitamines, mineralen en natuurlijke antioxidanten.
De klimaatverandering speelt ook de Nederlandse uienteelt parten en daarom willen de partners binnen Uireka hier juist op focussen met als thema ‘een volhoudbare uienteelt’. Naast kennisontwikkeling, is ook kennisdisseminatie van groot belang. Via de UIreka Academy wordt sinds een jaar actief ingezet op het verspreiden van de opgedane kennis onder telers. Tientallen erfbetreders (voornamelijk adviseurs) volgden de kennissessies van de UIreka Academy al. Vanuit de telers doen naast individuele telers ook het Platform Nederlandse Uientelers mee en wordt gekeken hoe de participatie vanuit de Brancheorganisatie Akkerbouw kan worden gecontinueerd. Andere ketenpartners zijn alle negen zaadbedrijven die actief zijn in uienzaad, zo’n veertig uienverwerkers, enkele commissionairs, toeleveranciers, kennispartners en innovatieve startups. Tezamen vormt het netwerk UIreka het meest geïntegreerde samenwerkingsverband op gebied van uien ter wereld.
Gijsbrecht geeft aan “Ik ben blij en ook best trots dat alle partners door willen gaan met het onderzoek. Samen leggen de deelnemers een flinke zak cash geld op tafel om dit ketenbrede onderzoek mogelijk te maken, ze steken er daarnaast ook nog eens veel tijd en energie in en stellen hun netwerk beschikbaar om de opgedane kennis te delen. Ook als het gaat om praktische zaken zoals monsters aanleveren en gegevens ter beschikking stellen blijkt de animo groot”. Landelijk wordt UIreka gezien als schoolvoorbeeld van een Publiek-Private-Samenwerking door het forse private financiële commitment en de intensieve betrokkenheid van alle deelnemers in de verschillende werkgroepen. Ook de inbreng vanuit de praktijk van alledag en de ketenbrede opzet is uniek. “In principe is iedereen die zich betrokken weet bij de uiensector welkom om te participeren. Meedoen betekent concreet commitment geven, waarbij we de stelregel hanteren dat wie betaalt bepaalt”, zo sluit de voorzitter af.