Uireka insectenonderzoek boekt vooruitgang
- 26 november 2021
In 2021 is onder auspiciën van de Uireka-onderzoekgroep Integrale Insectenbeheersing door Vertify een zestal proeven uitgevoerd – drie gericht op tripsbeheersing en drie gericht op beheersing van uienvlieg. Vertify kijkt in de proeven vooral naar de mogelijkheden van gericht ingrijpen met low impact middelen (groene middelen en nieuwe chemie) en biologische bestrijding.
Resultaten 2021
De tripsproeven lieten het afgelopen seizoen – in tegenstelling tot de proeven in 2020 – weinig effect zien. De verklaring hiervoor was de lage tripsdruk waardoor werking van ingrepen niet of nauwelijks tot uiting kwam. Wel scherpe verschillen liet de uienvliegproef in Wieringerwerf zien. Alle behandelingsstrategieën toonden daar een statistisch significante werking (rode kolom = onbehandeld), een deel daarvan zelfs een zeer duidelijk effect (groene kolommen; in deze fase van het onderzoek mogen op basis van regelgeving de individuele objecten niet worden benoemd).
De uienvliegproef lag overigens niet alleen in Wieringerwerf, maar ook in Creil en Colijnsplaat.
Naast beheersingsstrategie ook aandacht voor ontwikkeling plagen
Waar Vertify zich richt op de beheersingsstrategie binnen de teelt, probeert WUR Open Teelten binnen het Uireka onderzoekprogramma de vinger te krijgen achter diverse factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van uien- en bonenvlieg en trips voorafgaand en in de teelt. Gericht op trips is hiervoor in 2020 een aanzet gedaan via monitoring op trips op 10 locaties – in Flevoland en Zeeland – in diverse teeltsystemen; van deze locaties zijn er 6 aangehouden en in 2021 kwam er nog eentje bij. Op elk van de locaties was de uienteelt onderdeel van een proef of innovatief teeltsysteem. Hierdoor werd een groot aantal aspecten in de vergelijking betrokken die de plaagpopulaties mogelijk beïnvloeden, o.a. luwte-effecten, diverse strookbreedtes, buurgewassen, ras(type), biologische of gangbare teelt. Daarnaast is in 2021 gekeken naar factoren die de aantasting door bonenvlieg zouden kunnen helpen beheersen. Op 5 locaties (3 bij uientelers en 2 op proeflocaties) is steeds één of meer teeltfactoren vergeleken: type grondbewerking, priming vs. standaard zaad, compost, type wintergewas en manier van doden wintergewas.
De resultaten van dit onderzoek kunt u, zodra de analyses zijn afgerond, lezen in een van de komende Uireka Nieuwsbrieven.
Werkgroep Integrale Insectenbeheersing in het kort
Eén van de 7 onderzoeksthema’s binnen Uireka is ‘integrale insectenbeheersing’. Door veranderende teeltomstandigheden, als gevolg van bijvoorbeeld gewijzigde beschikbaarheid van middelen en sterker variërende weersomstandigheden, is er vraag om een nieuwe, innovatieve, maar ook effectieve aanpak. De speerpunten hierin zijn beheersing van trips en van uien- en bonenvlieg. Er worden nieuwe beheersingsmogelijkheden verkend – gebruik van waarschuwingssystemen, schadedrempels, en low impact middelen (groene middelen en nieuwe chemie), biologische bestrijding – net zo goed als de bijdrage van teeltsystemen en -maatregelen. Het onderzoeksteam wordt begeleid door een breed samengestelde werkgroep met vertegenwoordiging uit de uienketen, de gewasbeschermingssector, het onderzoek en de akkerbouw.