Werkgroep Kiemrust start bewaaronderzoek met drie zuurstofniveaus
- 25 november 2020
Eind oktober is op de WUR-locatie in Randwijk de eerste bewaarproef gestart om te onderzoeken in hoeverre aangepaste bewaarcondities spruitvorming van uien in de bewaring tegengaat. Dit als alternatief voor de breed toegepaste MH-bespuiting in het veld.
Voor deze eerste verkennende bewaarproef wordt gebruik gemaakt van speciale containers (zie foto) met een inhoud van 1 m3 om eenvoudig verschillende bewaarcondities naast elkaar te kunnen testen. In deze containers worden 5 rassen, afkomstig uit de rassendemo van Agrifirm bij WUR-Lelystad en deels behandeld met MH, bewaard bij drie verschillende zuurstofniveaus (1, 3 en 21%) en bij een lage constante temperatuur. Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met het stapsgewijs verlagen van de temperatuur, analoog aan toepassingen bij bepaalde bolgewassen (sierteelt), vanaf een relatief hoog niveau (5°C).
Het plan is om komend voorjaar op twee momenten (februari/maart én mei/juni) de uien te beoordelen op kiemrust/ spruitenvorming. Naar verwachting zijn de eerste voorlopige resultaten dus begin 2021 beschikbaar.
De bewaarproef wordt uitgevoerd onder auspiciën van de Uireka- werkgroep Kiemrust (Vervanging MH). Deze werkgroep houdt zich bezig met het vinden van alternatieven voor de breed toegepaste Maleine Hydrazide (MH) bespuiting aan het einde van de teelt, gericht op het voorkomen van spruiting tijdens lange bewaring van uien. Op dit moment zijn er geen alternatieve middelen voorhanden. Daarom zet de werkgroep, analoog aan bijvoorbeeld leveranciers van biologisch geteeld product, vooral in op aanpassen van de bewaarcondities zoals temperatuur en gassamenstelling.